Centrum voor Fysiotherapie

De duim is een belangrijk onderdeel van de hand. Artrose aan de duim is de meest voorkomende slijtage aan een gewricht in de hand. Pijn bij slijtage merk je vaak bij iedere beweging, bij meer belasten kan het erger worden. Door pijn in dit gewricht en door de slijtage kunt u ook krachtsverlies ervaren. Duimbasis artrose komt voornamelijk voor bij vrouwen boven de 40.

Handtherapie bij duimbasisartrose kan bestaan uit een, op de hand gemaakte, duimspalk, ondersteunende tape, actieve oefentherapie om de stabiliteit en kracht van de duim op te bouwen of te behouden. Tevens kan handtherapie helpen met tips/ adviezen t.a.v. de activiteiten in het dagelijkse leven, zoals hobby’s of werk of sporten. Door bovenstaande therapievormen kunt u met minder pijn aan het versleten gewrichtje, toch functioneren. Ook kan de handtherapeut u helpen met oefeningen en spalktherapie na een eventuele operatie aan uw duimbasis.

De triggervinger is een aandoening die veel voorkomt in de hand. Deze aandoening is vooral merkbaar in de handpalm bij het buigen van de vinger(s). Het buigen van de vinger is dan pijnlijk of moeilijk en gaat soms gepaard met een ‘knapje’, ‘klik’, of de vinger hokt of hapert als de vinger weer gestrekt moet worden. Soms zit er ook een pijnlijke verdikking in de handpalm of bij de duimmuis.

Handtherapie bij een triggervinger/ triggerduim kan bestaan uit een, op de vinger gemaakte, vingerspalk van hard of zacht materiaal om de buigpees rust te geven. Tevens zijn er oefeningen om het pees glijden van de vingers te stimuleren, zodat de betrokken buigpees weer soepel kan bewegen. Postoperatief kan de handtherapeut helpen met het weer opbouwen van de mobiliteit van de vinger, het voorkomen van verklevingen van littekenweefsel en d.m.v. tips en adviezen het voorkomen van terugkeer van de triggervinger.

Het Carpaal tunnel syndroom is een beknelling van 1 van de 3 grote zenuwen die in de hand lopen. Het betreft de middenhandszenuw, de n. Medianus. Deze zenuw loopt door een tunneltje aan de binnenzijde van de hand/ pols. Wanneer het, door zwelling/ bindweefsel, in de tunnel te krap wordt gaat de zenuw irriteren. Dit is te voelen als pijn en/of tintelingen, met name in de nacht, en krachtsverlies. Vermindering van tintelingen is te ervaren bij het dragen van een brace of bij het ‘wapperen’ van de hand.

Handtherapie kan bestaan uit adviseren en informeren over bijvoorbeeld een nachtspalk, houdingsadviezen, het aanleren van een goede polshouding en tips en adviezen m.b.t sport en werk. Postoperatief kan de handtherapeut helpen met het weer opbouwen van de mobiliteit van de pols en vingers en eventueel het verbeteren van de handkracht.

Morbus de Quervain is een ontsteking/ irritatie van de pezen of peesschede aan de duimzijde van de pols. De duimpezen lopen ter hoogte van de overgang van pols naar duim door een nauwe tunnel. Normaliter glijden de 2 duimpezen soepel door deze tunnel, maar wanneer er een ontsteking of zwelling in deze tunnel ontstaat gaat dat minder makkelijk, of gepaard met pijn of stijfheid. In een beginstadium is er vaak alleen maar pijn in het pols/ onderarm gebied en later breidt dit zich vaak ook uit naar de duim, richting de duimtop. In een nog later stadium is er vaak ook een (pijnlijke) zwelling voelbaar/ zichtbaar. Kracht zetten/ tillen is dan vaak ook pijnlijk.

Handtherapie kan bestaan uit een, op maat gemaakte pols-duimspalk, taping, oefentherapie, aanleren van de juiste polshouding, adviezen t.a.v belasting-belastbaarheid en tips in het algemeen dagelijks leven, bijvoorbeeld werkplek-tillen etc. Postoperatief kan handtherapie bestaan uit oefeningen ter verbetering van de mobiliteit van duim en pols, versterken pols-duimspieren en preventie.

De ziekte van de Dupuytren is een aandoening die leidt tot kromme vingers. Het is een ziekte die ontstaat door aanmaak van bindweefsel onder de huid en die leidt tot strengen en knobbels. Deze worden ook wel nodule genoemd. De strengen kunnen samentrekken waardoor de vingers niet meer goed in staat zijn om te strekken. Het vaakst komt dit voor bij de ringvinger en pink.

Handtherapie conservatief heeft geen resultaat blijkt uit onderzoek. Handtherapie postoperatief bestaat uit littekenbehandeling, opbouwen van de mobiliteit van de vingers en spalktherapie.

Een Malletvinger is een strekpees letsel bij het stoten van de (top) van de vinger, dit gebeurt bijvoorbeeld bij het opmaken van het bed, of bij sporten. Hierdoor scheurt de strekpees los van de aanhechting van het bot van het topje van de vinger.Soms scheurt er ook een botstukje van dit topje los. Bij allebei de letsels gaat het topje afhangen naar beneden ( in buiging). Het topje kan dan niet meer actief gestrekt worden.

Handtherapie kan bestaan uit een op-maat-gemaakt vingerspalkje waarbij de vingertop geïmmobiliseerd wordt in een rechte stand voor 6-8 weken. Afhankelijk van de soort Malletvinger starten we na 6-8 weken met het opbouwen van de mobiliteit naar buiging met behoud van strekking.Handtherapie postoperatief bestaat uit opbouwen van de mobiliteit van de vinger, het voorkomen van verkleving van littekenweefsel en monitoren van de mobiliteit van de vinger.

Het polsgewricht wordt gevormd door het spaakbeen (radius), de ellepijp (ulna) en de handwortelbeentjes. Bij een polsfractuur ( breuk) is of het spaakbeen of de ellepijp gebroken. Afhankelijk van de breuk wordt er conservatief nabehandeld, bijvoorbeeld met gips of operatief met schroeven en/of platen. In allebei de gevallen is het nodig om de mobiliteit, kracht en functie weer op te bouwen.

Handtherapie kan bestaan uit oefentherapie voor het verbeteren van de mobiliteit en kracht, aanleren van de juiste polshouding, adviezen ten aanzien van belasting-belastbaarheid en tips in het algemeen dagelijks leven, bijvoorbeeld werkplek-tillen etc. Ook kan er nog een rustspalk nodig zijn. Postoperatief bestaat handtherapie uit dezelfde oefentherapie als conservatief , echter voegen we dan ook littekenmassage en of taping toe.

Een ganglion is een goedaardige zwelling die op vingers of op de pols kan voorkomen. Het vaakst zien we een ganglion op de boven- of onderkant van de pols. Een ganglion kan plotseling ontstaan of geleidelijk aan ontstaan/ groter worden. Een ganglion kan ook spontaan verdwijnen. Een ganglion hoeft niet altijd klachten te geven. Als het ganglion wel klachten geeft zijn het vaak stijfheidsklachten of beperkingen met kracht zetten. Vaak geeft het ganglion geen pijnklachten. Als een ganglion ter hoogte van een pees zit zou het eventueel wel wat pijnklachten kunnen geven.

Handtherapie conservatief kan bestaan uit een rustspalk en oefeningen ter verbetering van de mobiliteit-stabiliteit. Tevens aanleren juiste belasting-belastbaarheid van pols- en of vingers. Handtherapie postoperatief bestaat uit littekenbehandeling, opbouwen van de mobiliteit van de pols en vingers en eventueel het verbeteren van de kracht.

Het polsgewricht bestaat uit het spaakbeen, de ellepijp en de handwortelbeentjes. Tussen deze structuren zitten veel kleinere gewrichtjes. Rondom de botstukken bevinden zich spieren, pezen en banden (ligamenten) die ervoor zorgen dat de pols stabiel is (niet snel verzwikt). Ook bevindt zich aan de buitenzijde van de pols nog een meniscus (TFCC). Dit is een structuur die de schokken van de pols opvangen, dus ook belangrijk voor de stabiliteit van de pols.

Handtherapie is veelal conservatief. Het bestaat uit oefentherapie gericht op optrainen van de stabiliteit en kracht en functie van de pols vanuit een stabiele polspositie.

In elke vinger zitten buig –en strekpezen. Aan de kant van de handpalm lopen per vinger 2 buigpezen. Beide pezen worden omgeven door een peeskoker. Bij het bewegen van de vinger verschuiven de pezen ten opzichte van elkaar en door de peeskoker. Na een trauma: snijverwonding, glasverwonding of een operatie kan het mechanisme van bewegen en glijden beschadigd zijn. Dat heet een buigpeesletsel.Een strekpeesletsel is een letsel van de strekpees aan de handrugzijde.Een ligamentletsel is een letsel van een 'gewrichtsbandje’ aan de zijkant van een vinger of tussen de polsbotjes. Een ligamentletsel ontstaat vaak traumatisch. Een bekend ligamentletsel is de skiduim.

Handtherapie conservatief bestaat uit spalktherapie.Handtherapie postoperatief bestaat uitspalktherapie, littekenbehandeling, opbouwen van de mobiliteit van de pols en vingers en eventueel het verbeteren van de kracht.